Testgevallen
Een testgeval (ook wel testcase genoemd) test een specifieke situatie. Het testgeval is in dit geval een beschrijving van een test om te controleren of het te testen object doet wat het zou moeten doen. we onderscheiden 2 soorten testgevallen namelijk: logische en fysieke testgevallen.
Logische testgevallen
Wanneer in logische termen wordt omschreven in welke omstandigheden het systeemgedrag wordt onderzocht spreken we van een logisch testgeval. een aantal voorbeelden hiervan zijn:
- bestelling van 1 bioscoopkaartje
- Bestelling van meer dan 1 bioscoopkaartje
Fysieke testgevallen
Een fysiek testgeval maakt de logische testgevallen concreet, In dit testgeval wordt concreet de input waarde voor de test bepaald. een voorbeeld hiervan is bijv.
Logisch testgeval: Bestelling van meer dan 1 bioscoopkaartje -> Fysiek testgeval: 5 bioscoopkaartjes
waarbij TG 1 (testgeval) zou kunnen worden bestel 5 biosscoopkaartjes
Equivalentieklassen
Een equivalentieklasse is de opdeling van gegevens. Bij het selecteren van bijvoorbeeld een kleur kan een equicalentieklasse zijn: Groen, Rood, Geel. Een ander voorbeeld is bij de onder verdeling in leeftijd bij bijv. 0-18 moet het systeem voor optie A gaan, bij 19-55 moet het systeem voor optie B gaan, 55-100 moet het systeem voor optie C gaan.
Respondent
Een respondent is een persoon die zijn/haar medewerking verleent aan een onderzoek. Respondenten zijn vaak benodigd in usability onderzoeken (denk aan gebruikerstest, cardsorting etc.)
Classificatieboom
Een classificatieboom is een diagram waarin aan wordt gegeven welke variabelen er zijn en hoe deze van elkaar afhankelijk zijn. de classificatieboom wordt toegepast in combinatie met de datacombinatietest (DCT)
Gegevenspaar
Wanneer je alle mogelijke combinaties wilt testen tussen 2 variabelen spreken we van een gegevenspaar. een voorbeeld kan zijn dat je het gegevenspaar “Kleur – Vorm” wilt testen, stel dat kleur de volgende variabelen hebben: rood, blauw en geel en vorm heeft de volgende variabelen: vierkant, driehoek en cirkel als je dan het gegevenspaar wilt testen dan moet je zorgen dat alle mogelijk variabelen elkaar een keer geraakt hebben.
Uitgangssituaties
Om een fysiek testgeval uit te kunnen voeren heb je een bepaalde begin situatie nodig, deze begin situatie wordt ook wel een uitgangssituatie genoemd. Meerdere testgevallen hebben vaak dezelfde uitgangssituatie dit worden ook wel de centrale uitgangssituaties genoemd.
Testontwerp
Het Testontwerp is een document, al dan niet vergezeld van testscripts en testdata, waarin wordt vastgelegd welke elementen getest zullen worden (bijvoorbeeld Use Case Scenario’s, niet-functionele requirements, compleetheid), en welke test cases daarvoor zullen worden gebruikt.
Testplan
Het Testplan is een document dat de testaanpak voor het gehele project beschrijft: testscope, testorganisatie, testtypen, testhulpmiddelen, testtooling en testomgeving.
Testsuite
De Testsuite is een samenhangend geheel van testuitvoeringshulpmiddelen. Hij kan bestaan uit geautomatiseerde testgevallen (unit-tests en andere) en een omgevingen om deze uit te voeren, testdata en scripts of tools om deze klaar te zetten, testscripts, testomgevingen en andere hulpmiddelen voor het uitvoeren van handmatige tests. Het onderhouden en uitbreiden van de Testsuite is een gedeelde verantwoordelijkheid van programmeurs en testers.
Testrapport
Het Testrapport is een document waarin de testactiviteiten en -resultaten per iteratie worden samengevat.
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad geeft aan in welke mate de vastgestelde acceptatiecriteria worden afgedekt of de mate waarin de opgestelde testgevallen de mogelijke condities ,beslissingen of paden afdekt.